Medewerkers
Maak kennis met ons team dat bestaat uit professoren, lesgevers, taallectoren en onderzoekers.
Japanologie in Gent: een tijdslijn
Geschiedenis
De eerste lessen Japans werden aan de Universiteit Gent onderwezen in het academiejaar 1960/61 maar in feite begon de geschiedenis van de Japanologie in Gent al vroeger.
De eerste steen voor de oprichting van de afdeling Japanologie aan de UGent werd gelegd toen Indoloog Louis de la Vallée Poussin een facultatieve cursus Sanskriet oprichtte in 1892. Ook al was er toen nog geen sprake van het aansnijden van het taalgebied Japan, toch was dit een belangrijk moment in onze ontstaansgeschiedenis. De cursus Sanskriet, later onder professor Adriaan Scharpé, bleef een keuzevak tot het jaar 1957.
In het academiejaar 1958-1959 werd het Instituut voor Oosterse, Oost-Europese en Afrikaanse taalkunde en geschiedenis opgericht. In het jaar 1959 kreeg Prof. Dr. Daniel Ellegiers de leeropdracht voor de vakken: ‘Grondige Studie van een Oude Oosterse Taal, Klassiek Chinees’; ‘Grondige Studie van een Belangrijke Moderne Oosterse Taal, Chinees’ en ‘Grondige Studie van een Belangrijke Moderne Oosterse Taal, Japans’. Vanaf het academiejaar 1960-1961 werd professor Ellegiers dan ook voor het eerst vermeld in het Algemeen Programma der Leergangen als titularis Chinees en Japans.
In de komende decennia zal Japans en Japanse cultuur een onderdeel vormen van de overkoepelende Oost-Azië studies of Oosterse Taalkunde, maar het zal nog een tijdje duren voor er sprake is van een aparte richting Japanologie.
Tot 1969 hield professor Ellegiers de enige leerstoel Chinese en Japanse studies maar in voornoemd jaar werd op zijn verzoek een tweede leerstoel opgericht: Cultuurgeschiedenis van Oost-Azië. Professor William Acker werd aangesteld in november ‘69 om deze functie te vervullen. Hij nam de vakken ‘Klassiek Chinees’, ‘Cultuurgeschiedenis Oost-Azië’ en ‘Maatschappij van Oost-Azië’ voor zich— tot zijn gezondheid het liet afweten in 1973 waarop, toenmalig assistent Dr. Charles Willemen , zijn lessen overnam gedurende het academisch jaar 1973-1974.
Vanaf oktober 1974 gingen alle lesopdrachten voor Klassiek Chinees en Modern Chinees permanent naar Professor Charles Willemen. Professor Ellegiers bleef verantwoordelijk voor de lessen Japans tot 1984. Daniël Ellegiers ging op pensioen in ‘84 en wierp zich volledig op zijn passie voor houtbewerking en De Vlaamse Gilde van Houtdraaiers, waar hij nog steeds met genegenheid herdacht wordt.
In 1986 neemt professor Charles Willemen de leerstoel Oosterse Taalkunde over van professor Ellegiers en in ’88 komt er ook een nieuwe assistent, Pol Vanden Broucke die ondertussen ook werkte aan zijn doctoraat. Dit doctoraat, een vertaling naar het Nederlands van een Boeddhistische schriftuur (Yugikyō : de schriftuur van alle yoga’s en yogī’s van het paviljoen met vajra-top) werd succesvol verdedigd in 1990.
Een aantal jaar na Professor Vanden Broucke’s promovering werd hij de eerste voltijdse lector “Japanse Taal en Cultuur” en zo kreeg Japanologie een eigen leerstoel!
“De aanstelling van Pol Vanden Broucke in de vakgroep kwam eigenlijk nogal onverwacht, ook voor hem. Dat hij nooit had gepland de academische toer op te gaan was duidelijk in zijn onderwijsstijl; hij was eerder los en zette geen druk op publiceren. Ik kan me nog herinneren dat naast de deur een prentje, gescheurd uit een tijdschrift, geplakt was waarop stond ‘Lesgeven is een beetje als theater spelen’. Ik weet niet of veel studenten dit gezien hebben, maar dat was wel Pol’s visie.”
Professor Van Goethem
Na de vorm van de opleiding veranderde ook de onderzoeksfocus en het lessenpakket van Japanologie door de jaren heen; prof. Vanden Broucke legde zich toe op de studie van het Boeddhisme doorheen de geschiedenis van Japan en later Korea. Het lessenpakket bevatte gedurende de jaren 90 nog niet veel cursussen die specifiek gericht waren op het studiegebied Japan, enkel de Japanse Taal en een beperkte cursus Geschiedenis van Japan waren beschikbaar.
Al deze lessen, verspreid over de vier jaren (kandidatuur en licentie), werden gegeven door professor Vanden Broucke en Ellen Van Goethem. Pas later werd mevrouw Yuko Hamamoto ingeschakeld als taallectrice. In de licentie was het wel mogelijk om als derde taal (naast de verplichte twee Klassiek Chinees en Modern Japans) Koreaans op te nemen.
Ellen Van Goethem, toen doctoraatsstudente, werd in 1999 assistente van professor Vanden Broucke en onderwees samen met hem verschillende van de cursussen over Japan. Ze kreeg de opdracht om naast lesgeven ook de cursus Geschiedenis van Japan verder uit te breiden en ze werkte mee aan de hervorming van het oude kandidatuur-en-licentiaat systeem naar de bachelor-en-masterstructuur volgens de Bolognaverklaring. Professor Van Goethem werd in 2011 benoemd tot hoofddocent aan het Departement Filosofie van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de Kyushu Universiteit.
Onder de noemer “Taal, tekst en context: Klassieke talen van Oost-Azië” ontstonden er toen twee werkgroepen voor de klassieke talen, waarvan één, Klassiek Japans, specifiek voor Japanologie— toen enkel onderwezen in het derde bachelorjaar en het masterjaar (later uitgebreid naar een vak voor alle jaren). Tijdens deze periode vond er een evolutie plaats in het onderwezen materiaal, van Taalkunde in functie van Boeddhisme studies werd de focus verplaatst naar Area Studies.
Begin jaren 2000 werden de wielen in gang gezet voor het aanstellen van een tweede professor Japanologie. Dit was uiteraard een taak van lange adem maar in 2004 was het eindelijk zover: Professor Andreas Niehaus werd verwelkomd in de Oosterse Talen en Culturen. Professor Pol Vanden Broucke overleed echter vroegtijdig in datzelfde jaar en professor Niehaus werd daarop aangesteld als nieuw hoofd van Japanologie maar het duurde tot 2007 dat met aanwerving van Professor Christian Uhl een tweede professor in het vakgebied Japanse Taal en Cultuur werd benoemd.
“Professor Niehaus’ enthousiasmerende aanpak was nodig. Het is triest om te stellen maar in 2004 was de Japanologie op sterven na dood. De nieuwe professoren bliezen er weer leven in en nu kent onze Japanologie het meeste aantal studenten van de Oosterse.”
Professor Heirman
Met het nieuwe academische personeel kwam ook een verandering in onderzoeksfocus; Professor Niehaus’ onderzoek focust op lichaamscultuur en sport in het vroegmodern en modern Japan, Professor Uhl’s onderzoekt o.a. filosofie en de moderne geschiedenis van Japan vanuit een marxistisch perspectief.
Ook het curriculum werd stapsgewijs vernieuwd met o.a. een verdubbeling van de wekelijkse taallessen, nieuwe historisch-culturele vakken met Japan-focus en meer internationale interactie. Sinds het academiejaar 2017-2018 omvat het programma Japanse studies een tweejarige master (vroeger één-jarig) en kunnen studenten nu een heel jaar in Japan studeren en/of stage lopen om extra ervaring op te doen.
Parallel met het stijgende aantal studenten groeide ook het aantal assisterend personeelsleden en vandaag telt Japanologie naast een assistentschap ook vijf onderwijsbegeleiders voor de vakken Modern en Klassiek Japans en Japanse literatuur.
Naast veranderingen op academisch vlak deed ook een extra sociale factor zijn intrede. Begin jaren 2000 steeg de vraag naar en de interesse voor deelname aan culturele activiteiten en kon japanologie in 2008 een eigen studentenvereniging, Tomo no kai, oprichten. De nieuwe vereniging leverde een grote bijdrage aan het sociaal leven binnen Japanologie. De oprichting gebeurde op initiatief van een groepje studenten in samenwerking met professor Niehaus.
Tomo no Kai organiseert naast de gewone studentikoze activiteiten ook veel cultureel en academisch gerichte activiteiten. Een aantal belangrijke verwezenlijking waren o.a. de organisatie van verschillende studiereizen naar Japan (deze vonden plaats in 2009, 2012 en 2017) en in 2018, een Matsuri (Japans festival) in samenwerking met stad Gent.
Waarschijnlijk de belangrijkste evolutie na 2004 is het aantal internationale overeenkomsten met Japanse universiteiten die het departement wist te verkrijgen. Tot 2004 was de enige mogelijkheid voor studenten Japanologie om te studeren in Japan de overheid beurzen (Monbukagakusho — MEXT). Door intensieve onderhandeling met verschillende universiteiten over heel Japan, werden steeds meer plaatsen beschikbaar aan Japanse — en zelfs Koreaanse— universiteiten voor studenten Japanologie. Vandaag de dag kunnen studenten japanologie kiezen uit maar liefst 19 Japanse en 4 Koreaanse partner universiteiten;
Toen de uitwisselingen voor het eerst doorgingen in het academiejaar 2010-2011 waren er slechts twee plaatsen beschikbaar, maar ondertussen kunnen er per semester meer dan 50 studenten hun studie verder zetten aan een universiteit in Japan (of Zuid-Korea).
De richting bleef ook op vlak van personeel uitbreiden en dit resulteerde in de aanstelling van extra professoren: dr. Luc Van Haute, japanoloog en literair vertaler, als gastprofessor voor de vakken Japanse literatuur en het Mastervak Modern Japans (literair vertalen). Uiteindelijk werd in 2021 met Prof. Dr. Anna Andreeva een derde voltijdse ZAP positie binnen de japanologie verwelkomd. Met de benoeming van Prof. Andreeva kwam er niet alleen maar een versterking van het onderzoeksgebied lichaamscultuur met de focus op gender en medische geschiedenis, maar werd ook de onderzoeksrichting boeddhisme binnen de richting japanologie nieuw leven ingeblazen. Haar onderzoeksproject Buddhism, Medicine, and Gender in Premodern Japan kon PhD student Elias Bouckaert aanwerven.
Contact
Blandijnberg 2 (6de verdieping)
9000 Gent
Tel. +32 (0)9 264 41 56